“We kijken met trots en veel plezier terug op ons toernooi”, aldus Eric de Lange. Als voorzitter van TPC Daalmeer organiseerde hij samen met toernooidirecteur Conrad Bel het eerste FIP Gold padeltoernooi in ons land. Een prima verloop, maar wel eentje met een wijze les.
Eind juni was het zover. FIP Rise werd na twee topedities ingeruild voor FIP Gold. De eerste ronden speelden zich af op de padelbanen van TPC Daalmeer en TV Oudorp. Het hoofdtoernooi vond in het eerste weekend van juli plaats in topsporthal De Meent in Alkmaar.
“Bij de heren kwam een aantal internationale toppers in actie en hebben we geweldig mooi en spannend padel gezien. In de kwartfinales werd een aantal partijen pas in drie sets beslist. Uiteindelijk won het dubbel Juan Manuel Restivo uit Argentinië en de Portugees Miguel Olivera het toernooi én ruim vierduizend euro prijzengeld. Het zijn twee padellers die gekozen hebben om alleen ATP-toernooien te spelen. Op die ranglijst staan ze behoorlijk hoog.”
Dat was dus genieten geblazen voor het publiek. Alleen had De Lange op meer toeschouwers gerekend. “Aan de entourage lag het niet, de locatie was prachtig met een 15 meter hoge topsporthal. We moeten de volgende keer blijkbaar nog meer aan marketing doen. Dat is een wijze les. Op de finaledagen waren er enkele honderden toeschouwers in totaal. Bovendien zaten we nét in een weekend met veel andere sportevenementen. We hadden gedacht dat ons toernooi en dus padel toch wat meer bekend zou zijn.”
Voor de rest kijkt De Lange positief terug. Michäella Krajicek was ook deelneemster en bereikte aan de zijde van Steffie Weterings de damesfinale, die ze kansloos verloor van Claudia Fernandez Sanchez en Julieta Bidahorria. Dat Spaanse duo, de nummers 40 en 50 van de wereld, was een klasse apart. “Het kwaliteitsniveau was wel heel groot. Het zou mooi zijn als volgend jaar dat gat toch wat kleiner is.”
Daarover gesproken. Volgend jaar weer een FIP Gold Padeltoernooi in Alkmaar? “Als het aan ons ligt wel. We hebben van de FIP positieve feedback gekregen dat we het goed gedaan hebben”, besluit De Lange.