Het WK padel 2022 kan de geschiedenisboeken weer in. Van eind oktober – Oranje vertrok de 27ste en keerde zondag 6 november terug – tot afgelopen weekend werd het WK in Dubai gespeeld. De Oranje dames finishten nog net in de top 10.
Bij bondscoach Ewan Watson klinkt toch wel de teleurstelling door in zijn stem. Oranje wilde graag bij de beste 9 eindigen, om zich zo rechtstreeks kwalificeren voor het volgende wereldkampioenschap padel. En natuurlijk om de prestatie van het vorige WK te overtreffen toen het negende werd. “We zijn ervan overtuigd dat we bij de beste 7,8 landen kunnen eindigen. Dan is dit niet wat je wilt”, analyseert Ewan.
Wel te winnen
De Nederlandse vrouwen troffen het niet echt met de poule-indeling. Italië en Portugal zijn sterke padellanden, al was dat van Portugal nog even de vraag. Het land was de laatste jaren niet van de partij, maar bleek in Dubai toch goed voor de dag te komen. “Die twee wedstrijden verloren we, maar gelukkig wisten we wel te winnen van Mexico en werden we derde in de poule. Dat betekende de strijd om plek 9 tot en met 12.”
Oranje verscheen met Maaike Betz, Tess van Dinteren, Milou Ettekoven, Rosalie van der Hoek, Segou Jonker, Marcella Koek, Michaëlla Krajicek en Steffie Weterings aan de start. “We wonnen van Uruguay en moesten daarna om de negende plek spelen tegen Brazilië. De Brazilianen waren in de veronderstelling dat ze bij de beste 8 padellanden zouden zitten, maar dat bleek uiteindelijk niet zo te zijn. We kwamen met 1-0 achter, komen goed terug tot 1-1, maar helaas verloren we die wedstrijd.”
Echt geluk
Nederland werd dus tiende. “Argentinië en Brazilië kwamen bij de beste tien, de rest zijn alleen maar Europese landen. Je ziet toch dat landen op het padelcontinent Zuid-Amerika zoals Uruguay, Paraguay en Chili niet meer zo goed zijn. En nogmaals, je moet echt geluk hebben met de loting. Duitsland zat in een gemakkelijke poule, wij zijn echt veel sterker. Al met al toch wat wel teleurstellend en dit is niet wat je wilt.”
Grondig evalueren
Ewan gaat eerst grondig evalueren, iets dat hij al deed met zijn team op de laatste toernooidag. Toch benoemt hij al wel een mogelijke oorzaak voor het niet halen van de WK-limiet. “Als collectief moeten we het beter doen. We hebben écht de beste padelspeelsters geselecteerd en ze hebben elke wedstrijd hard gestreden en veel inzet getoond. Daar lag het niet aan. Als je bijvoorbeeld kijkt naar Italië, dan spelen zij bijna allemaal fulltime padel en lopen zij de grote padeltoernooien af. Bij ons is alleen Maaike Betz een aantal maanden per jaar in Spanje veel bezig met padel.”
Vooruit kijken
De vraag is dan ook of er op deze voet doorgegaan moet worden. Of moet Nederland ook toewerken naar bijvoorbeeld meer trainingsuren en vaker deelname aan internationale padeltoernooien? “Daarvoor is het nu nog te vroeg om daar harde uitspraken over te doen”, aldus Ewan. “We gaan eerst terugblikken en dan vooruit kijken. Gaan we met dit team zo door en werken we nog meer aan teambuilding of gaan we het helemaal anders doen en geven we de nieuwe lichting een kans, al is dat gat nu nog veel te groot.”