Met het EK Seniorenpadel, European Games en het aanstellen van nieuwe bondscoaches, zijn het drukke en vooral mooie tijden voor ons als KNLTB. Ook achter de schermen, zijn we volop bezig met het doorontwikkelen van topsportpadel aan de hand van ons visiestuk. “Voor ons genoeg aanleiding om wat meer tekst en uitleg te geven”, aldus technisch directeur van de KNLTB, Jacco Eltingh.
Voor de Nederlandse padeltop, in dit geval de 18+ categorie, biedt de KNLTB zo veel mogelijk maatwerk aan. We kennen de C groep. Dat zijn talentvolle padellers bij de mannen en vrouwen van 18 tot en met 23 jaar. En de D-categorie, 23 jaar en ouder, is de gevestigde orde op het allerhoogste nationale topniveau. Onderdeel zijn van de selectie gebeurt op basis van maatwerk en dat kan een financiële of materiele tegemoetkoming zijn, maar dat hoeft niet. Ook kan een speler of speelster met veel potentie, die nu nog net niet goed genoeg is voor het Nederlands team, in aanmerking komen voor zo’n vergoeding in geld of faciliteiten.
Tweeledig
“We hebben in het eerste half jaar meerdere maatwerkgesprekken gevoerd met diverse padellers en privécoaches. De beide bondscoaches Diego Mieres en Milou Ettekoven sluiten aan en vanuit de KNLTB-organisatie zijn dat Marjolein Notten, manager afdeling topsport, Fee Christan, medewerker toppadel en ik. De gesprekken zijn tweeledig.”
“Aan de ene kant – en daar gaan de bondscoaches over – zijn het selectiegesprekken, aan de andere kant gaat het over de individuele ontwikkeling van de toppadeller. Wat is je niveau als het gaat om de vier basispijlers? Dus technisch, tactisch, fysiek en mentaal. Hoe ziet je trainings- en wedstrijdprogramma en persoonlijk ontwikkelplan eruit? Welke toernooien wil je gaan spelen en wat wil jij precies bereiken?"
Maximaal
“We stellen al die vragen natuurlijk met een reden. Goede keuzes maken, gerichter werken en uiteindelijk een zo hoog mogelijk rendement halen, waarbij we geld en faciliteiten zo efficiënt mogelijk besteden. Daar draait het allemaal om, maar is niet vanzelfsprekend. Als KNLTB houden we maximaal rekening met de wensen van de speler of speelster die op dat moment tegenover ons zit. Maar daar moet ook wat tegenover staan.”
“Laat als toppadeller ons maar zien hoe graag je wilt, hoeveel je ervoor wil doen en hoe goed je bent. Ook vinden we reflectie van de eigen prestaties heel belangrijk. En wat in deze trajecten niet vaak genoeg benadrukt kan worden: de topsporter blijft, al dan niet samen met een privécoach, altijd zelf eindverantwoordelijk.”
Een financiële vergoeding, bepaalde faciliteiten of andere maatwerkconstructies. Waar hebben we het nu over? “Je kunt als toppadeller een tegemoetkoming in bepaalde kosten krijgen, als je bijvoorbeeld in het buitenland gaat trainen. Zo hebben we eerder al trainingen in Spanje gefinancierd. Ook wisselen we kennis en ervaring uit met andere padellanden. Verder bieden we extra trainingsmomenten, uitwisselingen, trainers of het trainen in specifieke koppels, aan. Als KNLTB zorgen we voor adviezen over voeding en slapen. Ook bieden we begeleiding tijdens het spelen van internationale toernooien. Daarnaast hebben we Smartabase, een spelervolgsysteem, waar je gebruik van kan maken en kennen we het padelambassadeurschap. Dan heb je de nodige verplichtingen, maar er staat ook een financiële vergoeding tegenover”, somt Jacco op.
Reflectie
“Toppadellers in de C- en D-groep kunnen ook in aanmerking komen voor het zogenaamd bonussysteem. Dat heeft te maken met je positie op de FIP-ranglijst. Heb je in dat traject bepaalde kosten gemaakt, dan kun je met de juiste onderbouwing een factuur bij de KNLTB indienen. Maar ook nu weer geldt, reflecteer je eigen prestatie.”
“Als KNLTB kijken we naar de potentie van een speler of speelster en ook of je full time speelt of bewust kiest voor een studie of baan naast padel. Op basis daarvan maken we keuzes en in zekere zin doen wij dus ook aan reflectie. We kiezen ervoor om niet te gaan werken met jaarcontracten, maar per semester de maatwerkgesprekken te houden. Dat betekent meerdere keren per jaar samen om tafel. Ook moeten we nog meer aan verwachtingsmanagement doen. Dus het proces nog vaker en duidelijker uitleggen en zorgen dat er wellicht wat minder onderling vergeleken wordt. Want dat hebben we het afgelopen half jaar wel geleerd: het is en blijft écht maatwerk.”